Verbeeld u eens dat u in een radiostudio wordt gezet. U krijgt de opdracht om zonder uitleg vooraf alle apparatuur te bedienen, om muziektitels aan te kondigen, luisteraars in typisch popradio-jargon te vermaken, een dito playlist samen te stellen, platenpluggers te woord te staan, te beoordelen welke nieuwe single weleens een hit kan worden en welke niet…
Ziet u zichzelf dat al doen? Wat zou de reactie van het publiek zijn? Uw luistercijfers? Stel dat u op een zendschip zit dat tijdens windkracht acht zó erg slingert, dat u er zeeziek van wordt terwijl wel vrolijk uw publiek moet blijven vermaken? Hoeveel parate kennis heeft u eigenlijk van die hele popcultuur, zodanig dat u daar ook nog iets zinnigs over kunt zeggen? Naar een andere kunstvorm vertaald: wat weet u van compositie? Wat weet u van verf? Welke eigenschappen linnen doek? Bent u eigenlijk wel in staat om een Nachtwacht te maken en de culturele waarde ervan te duiden?
Laten we u alvast de nachtmerrie besparen: een groot deel van de genoemde kennis en uithoudingsvermogen wordt tegenwoordig niet meer van een DJ geëist. Het ‘ambacht’ popradio is namelijk allang verleden tijd. Bovendien zult u over een aantal, soms ronduit exentrieke, karaktereigenschappen moeten beschikken die u geschikt maken voor het vak. Het zijn er niet zoveel die met zo’n excentriek karakter zijn geboren.
Het huidige aanbod van radiomakers ten spijt: het vergt brede kennis, uithoudingsvermogen en technisch/inhoudelijke vaardigheid om een klassiek popradioprogramma te kunnen maken. De mensen die voor de rang ‘klassiek popradiomaker’ in aanmerking komen zijn inmiddels op hoge leeftijd. Als zij er straks niet meer zijn, dan verdwijnt met hen een groot deel van een zeer unieke radiocultuur. Zij waren niet de enigen die aan die cultuur bijdroegen; klassieke popradio bestaat, zoals we al beschreven, uit meer componenten dan de programmamakers zelf. Dat aspect geven we aandacht in het artikel De revolutie die AM radio ooit was.
Samengevat stellen wij vast, dat de popradio in zijn klassieke vorm vanaf 1985 cultureel steeds minder divers/interessant en sociaal-maatschappelijk leidend is geworden. Daardoor is een voorheen zeer invloedrijke kunstvorm (lees:het maken van een klassiek popradioprogramma) inmiddels bedreigd immaterieel cultureel erfgoed geworden.
Van dit erfgoed is gelukkig redelijk wat audiomateriaal bewaard gebleven. Dit materiaal bevindt zich grotendeels in particuliere collecties. De verzamelaars die nog goed weten wat zich in hun collectie bevindt en de inhoud ervan kunnen duiden, verdwijnen uiteindelijk -net als hun helden- stuk voor stuk. Een ander probleem is dat deze verzamelingen in verband met auteursrecht niet zomaar breed kunnen worden ontsloten.
Het KilRock radioproject mag dat ook niet zomaar doen. Wat het wél mag, is klassiek geworden popmuziek via een AM-omroepzender en een digitaal radiokanaal via internet ten gehore brengen. Het heeft het daarvoor benodigde pakket licenties goed op orde. Daarmee komt een belangrijk element van de popradio- & muziekhistorie laagdrempelig beschikbaar voor een breed publiek.